Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘videokunst’

IMG_1420

Toen ik 4 jaar oud was werd mijn vader koster van de katholieke kerk in Bolsward, het Rome van Friesland. Van huis uit kwam ik op verschillende manieren in aanraking met het katholieke geloof. Bidden voor en na het eten en elke zondag naar de kerk. We waren met 7 thuis en vaak moest ik samen met mijn zussen Heit in de kerk helpen om Mem thuis te ontlasten. Dat werd banken afstoffen, boekjes recht leggen en als er geen paters in de kerk liepen te brevieren – voor de onwetenden: brevieren is al lopend en mompelend een gebedenboek lezen – dan mochten we tikkertje en verstoppertje spelen. Tot op zekere hoogte vond Heit dat wel goed maar het moest niet te gek worden.

Vanaf mijn tiende moest ik op de vrije middagen eerst een uurtje meehelpen in de kerk voordat ik met mijn vrienden mocht voetballen. Ik heb het einde van de hoogtij dagen van de kerkdiensten nog meegemaakt, in die zin dat er veel diensten waren en veel kerkgangers. Vooral de feestelijke missen tijdens de hoogtijdagen zijn mij bijgebleven want dan zat de kerk bomvol en soms moesten er vanwege de grote toeloop stoelen bijgezet worden. Ook waren er meerdere in mooie gewaden gehulde priesters en acolieten op het altaar – een mis met drie of meer heren, dat was wat! – er was veel wierook en wijwater en een dubbel bezet koor. Ik heb meegemaakt dat er tijdens de kerstnacht 2 keer een kerk volstroomde, we hebben het dan over 2000 mensen. Ook heb ik eens een feestelijke bisschopswijding meegemaakt, dat was niet niks. Gregoriaanse liederen met het Halleluja van Handel als hoogtepunt. Als misdienaar werd ik regelmatig tijdelijk uit de schoolbanken bevrijd voor een door de weekse bruiloft of een plotseling opkomende begrafenis.

Die hoogtijdagen die zijn nu voorbij, maar dat is tijdelijk zoals alles tijdelijk is.

Elke zondagmorgen gingen we naar de kerk, maar het was wel elke week hetzelfde verhaal: een vaste opeenvolging van rituelen. In de praktijk was het wachten tot de preek voorbij was dan was je over de helft. Ik werd puber en het ging vervelen. Om de schwung erin te houden kwamen er beatmissen: popmuziek in de kerk als onderbreking van de dienst. Op de een of andere manier klopte het niet: een popbandje hoort in rokerige zaaltjes thuis met meisjes en bier. De meisjes waren er wel maar die zaten stil in de banken en roken mocht toen ook al niet in de kerk, laat staan bier drinken, dat was voor daarna. Ik ben toen op zoek gegaan naar andere vormen van religie.

Onderweg door de wereld kwam ik in aanraking met de protestanten en gereformeerden, maar die mochten veel niet. Op mijn reis maakte ik kennis met de Islam met hun spitse minaretten, het Hindoeïsme met hun veelkleurige tempels en de boeddhisten, in oranje gewaden gehulde monniken bij indrukwekkende pagoden. De hindoes in India hadden het goed bekeken: veel goden en godinnen. In de praktijk betekende het dat er altijd en overal wel wat te vieren viel. Gedurende de 5 maanden dat ik door India reisde heb ik vele religieuze feesten meegemaakt. Op zeker moment was ik in plaats X waar de god Vishnu zijn jaarlijkse uitstapje maakte: thee drinken bij godin Laksmi. Dit werd door de dorpsbewoners uitgebeeld door een gigantische houten kar te bouwen op houten wielen met daarin een minuscuul beeldje van Vishnu. Die kar werd vervolgens door minstens 150 mannen in ploegendienst enkele kilometers over een ongeplaveid pad naar de woning van Laksmi gerold en weer terug, een evenement van 5 volle dagen met veel vuurwerk, gezang, eten en drinken en elk jaar weer een nieuwe kar.

Bij de boeddhisten leerde ik dat het in religie niet gaat om heldenverering of feesten maar dat het gaat om de weg van verlichting, de bevrijding van de innerlijke lijdensweg, een situatie die bereikt kan worden door een opeenvolging van oefeningen.

Alles is steeds in verandering, niets staat vast, je bent eeuwig onderweg ook als je stil staat. Ik heb een eigen vorm gevonden in het geloof belijden, los van bestaande structuren en in een vrij concept, geïnspireerd door wat om mij heen is en waarmee ik in aanraking ben. Ik ben gevoelig voor rituelen maar geen slaaf, hecht aan symboliek en heb mijn momenten van bezinning. Eigenlijk maakt het mij niet uit katholiek, protestant, boeddhist of moslim.

Van huis uit heb ik belangstelling gekregen voor kerken, kathedralen, tempels, minaretten, pagoden en andere bouwsels. Van de Franciscuskerk in Bolsward, via de bontgekleurde hindoetempels van Madurai tot de pagoden in Thailand. Van de majestueuze Sint Pieter in Rome tot de eenvoudige kleine stapeltjes stenen hoog in de Himalaya. Allemaal plaatsen van bezinning die ooit zijn opgericht en altijd zullen blijven bestaan. Soms storten ze in, branden ze tot de grond toe af, worden platgebombardeerd of ze vallen om, maar dat is tijdelijk: er komen altijd nieuwe voor in de plaats. Het vuur dat nooit meer dooft.

Zo ook de Bartolomeus kerk in Noordlaren. Minstens 800 jaar oud en al in haar zoveelste gedaante: versie 3.0 of 4.0, ik weet het niet, het doet er ook niet toe. In al die tijd is dit een plaats voor godsdiensten geweest, maar ook een schuilplaats voor vee, opslag van graan, een toevluchtsoord voor vluchtelingen en slaapplaats voor de reiziger

En – ook – inspiratiebron voor kunstenaars. In dit gebouw zit 800 jaar leven in 800 jaar van veranderingen. Het is vergelijkbaar met al die andere godshuizen die ik onderweg ben tegengekomen, het zijn uitermate inspirerende plaatsen die mij tot een creatief experiment aanzetten. Het is vuur dat nooit meer dooft.

Ooit was dit huis hier een katholieke kerk. Een en ander heeft mij geïnspireerd die nu terug te brengen.

 

Read Full Post »