Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘drenthe’

In de eerste 4 weken van het 10e seizoen van de lessen in GeBau School voor Schilderkunst heb ik de cursisten meegenomen in een gefaseerd opzetten en uitwerken van een schilderij waarbij een combinatie van grafietstift en acrylverf wordt gebruikt. In een afwisseling van tekenen en schilderen heb ik laten zien hoe een beeld stapsgewijs wordt gecreeerd. Voor diegenen die deze serie deels of helemaal gemist hebben geef ik hierbij het proces weer.

Als voorbeeld dient een foto van Het Oude Dok in Lauwersoog. Een onderwerp waarvan ik eerder dit jaar een schilderij heb gemaakt volgens de hierna beschreven methode.
Hierbij zij opgemerkt dat ik onderstaand voorbeeld ter plekke (en face) heb gemaakt, een wezenlijk verschil met het werken naar foto.

IMG_8148

De werkwijze komt er kortgezegd op neer dat je afwisselend tekent en schildert.
Het materiaal dat je gebruikt is grafietstift en acrylverf.
Hierbij geef ik de volgende aanwijzingen en opmerkingen:

  • je begint met tekenen
  • je werkt van grof naar fijn, zowel tekenend als schilderend
  • je werkt steeds met het doel een compleet beeld te maken
  • schilderen gaat vanuit vlekken
  • per fase voeg je een kleur toe

Grafietstift is  – anders dan houtskool – enigzins vet. Hierdoor zal bij overschilderen met (waterverdunbare) acrylverf het grafiet deels uitgewassen worden en deels blijven ‘staan’. Dit is een voordeel aangezien zo een combinatie van tekening en schildering samen op kunnen trekken en beide in het eindresultaat zichtbaar zijn. Hoe vetter de grafietstift hoe meer er blijft staan (niet uitgewassen wordt).

In deze lessencyclus zijn de gebruikte materialen en  kleuren:

  • grafietstift: Comte a Paris 2B
  • acrylverf: okergeel, kobalt blauw, gebrande sienna, titaan wit (Amsterdam serie achtereenvolgens nr.227, 512, 411, 105)
  • schilderpapier 240 grs/ 45×65 cm
  • varkensharen penselen diverse maten

Je begint met het tekenen van de grote partijen en schildert daarna met okergeel alle verschillende vlakken in. Het grafiet laat zich deels uitwassen en verspreidt zich over je beeld. Na droging ga je verder met tekenen, er komen meer details. Je voegt bij het schilderen een kleur toe, in dit geval kobalt blauw. Door met wit te mengen ontstaat een meer dekkende verf. Je zorgt ervoor dat er steeds een compleet beeld ontstaat. Daarmee bedoel ik dat er evenwicht ontstaat, oftewel elk deel in je schilderij is even ver in ontwikkeling. In de derde fase voeg je gebrande sienna toe. Elke keer zorgt vermenging van de kleuren voor een tonaal resultaat.  In het tekenen werk je van grote lijnen naar meer verfijning en naarmate de tijd verstrijkt teken je meer details. De verf zorgt voor sfeer en ruimte, het tekenen  zorgt voor de vormen. Door per keer een kleur toe te voegen wordt het beeld steeds rijker. Wees niet bang, kleuren gaan graag combinaties met elkaar aan. Het grafiet zorgt daarbij voor de scherpte, de pit in het werk. Een mooie samenwerking is het resultaat.

Hieronder de verschillende fases in beeld. In de afgelopen 4 weken is er door mij steeds 4 beelden gemaakt in even zovele groepen cursisten. En hoewel erg vergelijkbaar levert elk beeld een ander resultaat.

img_8183

img_8234

img_8251

img_8296

 

Read Full Post »

Voorpret.

Afgelopen zaterdag 2 juli opende de kunstmanifestatie INTO NATURE (www.intonature.net) in Taarlo met het hoorspel Loowoldborg om 19:30 uur. Ik mocht als gast-speler deel uit maken van E-POI. Hier het gezelschap op bezoek ter inspectie van de speellocatie. Het was er wat drassig in Taarlo en erg warm was het ook al niet. Maar het pakte goed uit. We hebben een mooie set gespeeld voor een “volle zaal”, dat waren naar schatting zo’n 65 a 70 toeschouwers. Na afloop borrelen in Restaurant van Tarel. Mooi. Een fijne dag, inclusief voorpret

Read Full Post »

Toespraak tijdens de Pinksterdienst in de Rolderkerk op 15 mei 2016.

Na de preek van Hans die gaat over ontaal (Trump-taal) ben ik aan de beurt. Ik spreek de goegemeente toe over het kunstwerk “De Geheime Code – Het oog van God” dat ik speciaal voor deze gelegenheid heb gemaakt. De kerk zit vol, een aangename verassing.

Dan nu de tekst:

” Iedere 2 jaar wordt het Feest van de Geest gehouden. Het is een landelijk evenement waarbij tijdens de Pinksterdagen kunstenaars uitgenodigd worden in de kerk een kunstwerk te maken naar aanleiding van een thema en de architectuur van de kerk. Het is dit jaar de 8e keer en er doen 110 kerken en 140 kunstenaars mee. De idee is elkaar te inspireren tot vernieuwing en een aanzet te zijn tot verbreding van kerkgebruik. Door kunst ga je anders kijken. Anders naar jezelf en naar je omgeving.

Dit jaar doet de Jakobuskerk voor het eerst mee en ik smaak het genoegen de aftrap te mogen verzorgen. Het thema is dit jaar Vrijheid van Geest, Geest met een grote of een kleine letter G, dat staat nog te bezien.

Aanvankelijk had ik geen idee wat te maken. Dat gaat vaak zo, de ideeen moeten nog geboren worden. Ik ben nog blanco en geef me over aan de opdracht. Ik ga op zoek naar inspiratie. Er is een kerk en er zijn mensen nauw verweven met die kerk. In gesprekken met Hans, de dominee en mijn oom, Andre Kamsma, die het nodige geschreven heeft over deze kerk, ontstaat langzaam een vaag plan.

Door het maken van werktekeningen die vooral in mijn eigen atelier ontstaan krijgt het kunstwerk zijn vorm en uiteindelijk is het in idee in mijn hoofd klaar. Het hoeft alleen nog maar gemaakt te worden. Dan komt het erop aan want dan moet je het laten zien. Dat is elke keer weer een spannend moment.

De werktekeningen zijn hier achter te zien, ze zijn geen onderdeel van het kunstwerk zelf maar ook weer wel want voor de beschouwer geven ze inzicht in mijn manier van werken. Het is de kleine g geinspireerd door de grote G.

Ik heb een spiraalvorm van bakstenen gebouwd die uitmondt in een zwarte kom gevuld met water. Daar achter een drieluik op de plaats waar oorspronkelijk het altaar stond. Hoewel ik van het laatste niet zeker ben, immers het koor is hier in verhouding erg groot, maar normaal gesproken is dat wel de plaats van het altaar in een kerk.

Het mooiste compliment dat ik kreeg was van een dame die dacht dat de spiraalvorm een vast onderdeel van de kerk was. Ik heb haar moeten teleurstellen. Een andere bezoeker, die de spiraalvorm als de gulden snede herkende en het zag als een dwingend principe vond het weinig van Vrijheid van geest getuigen, met de kleine g in dit geval.

Sinds mensen heugenis proberen we vat te krijgen op het universum, de natuur, ons lichaam en op de mysteriën van het bestaan. We doen dit door vergelijkingen te maken: iets is meer of minder, dichtbij of ver weg, groter of kleiner dan iets anders. Verder blijkt dat bepaalde vormen in de natuur steeds terugkomen, dat er ritmes bestaan en dat er een zeker algemeen principe lijkt te zijn in de dingen om ons heen.

Het binnenste van ons oor lijkt verdacht veel op dat van het huis van een slak, alle kathedralen passen het symmetrisch principe toe, de noten van de toonladder klinken pas zuiver wanneer hun onderlinge afstand gelijk is, rood kan niet zonder geel of blauw, er is geen licht zonder donker en wat is schoonheid als er geen lelijkheid is? Het water dat door een putje wegloopt heeft dezelfde spiraalvorm als de rangschikking van de blaadjes van een roos en zo kan ik nog wel even doorgaan.
In de kunst, de architectuur, muziek, in ons leven draait het steeds om evenwicht en harmonie.

Door de eeuwen heen hebben wetenschappers deze verbanden en vergelijkingen onderzocht . De oude Grieken ontdekten dat er een universeel principe is in de verhouding van het geheel tot de delen. En dat daarin een ideale verhouding moet zijn, die in alles doordrongen is, een soort geheime code.
De Griekse wetenschapper Euclides vond deze in de verhouding van 2 lijnstukken waarbij de relatie tussen het geheel met het grootste lijnstuk dezelfde is als de relatie tussen de onderlinge lijnstukken. Deze wiskundige formule bleek van toepassing op tal van fenomenen. Het bleek het universele principe van de perfecte verhouding te zijn en het kreeg verschillende namen waaronder: de gulden snede en het oog van god. Het is overal, van het DNA tot de kosmos, het is het geheim van ons bestaan en van onze omringende wereld. Het is de creatie van God, de grote G.
Bovendien kon het gebruikt gaan worden in allerlei disciplines, waaronder die van het bouwen van kerken en het maken van schilderijen.IMG_7730

De spiraalvorm is de gulden snede, de perfecte spiraal die ontstaat uit de perfecte verhouding van de delen tot het geheel. Daarbij 3 schilderijen die hetzelfde onderwerp hebben, het Evertsbos in Anloo, de drie-eenheid getoond in 3 seizoenen. Deze werken laten in compositie de toepassing van de gulden snede in de schilderkunst zien. De spiraal eindigt in een kom met water waarin wij onszelf en onze omgeving gespiegeld kunnen zien. De grote en de kleine g ineen”.

 

 

Read Full Post »

 

IMG_5121

Het heeft even geduurd maar het fietsenhok is af. Er staan fietsen in en tuinmeubilair. Dat is meestal zo met fietsenhokken, de ruimte moet gedeeld worden met tuinmeubilair en andere spullen die te goed zijn om buiten te laten rondslingeren en niet goed genoeg zijn voor in huis. Ik, we, hebben er een afdak aan vast gemaakt, dan kunnen we buiten een beetje beschut zitten als dat nodig is. Er is ook een vuurpan die er vooral in de winter bijgezet wordt, zodat we dan ook buiten kunnen zitten als we daar zin in hebben.

Maar waar het vooral om te doen is is de schildering, die is ook af. Ik ben hier ooit 2 jaar geleden mee begonnen maar op gegeven moment kwam de klad erin en toen ging het schuurtje ook nog scheefzakken. Dat is inmiddels verholpen met twee spanbanden en een extra kruis aan de binnenkant zodat het schuurtje voortaan niet weer zo gemakkelijk scheef zakt. Vorig jaar lekte het dak maar sinds het schuurtje weer recht staat is de lekkage ook weg. Houden zo!

Als we nu buiten zitten dan zitten we eigenlijk in een decor, met onze rug naar het schilderij. We zijn dan deel van het tafereel.

 

IMG_5127

“Mijnheer Pettson maant tot stilte” ca. 2×4 mtr / acrylverf op hout / 2012-2014

 

 

 

Read Full Post »

IMG_1420

Toen ik 4 jaar oud was werd mijn vader koster van de katholieke kerk in Bolsward, het Rome van Friesland. Van huis uit kwam ik op verschillende manieren in aanraking met het katholieke geloof. Bidden voor en na het eten en elke zondag naar de kerk. We waren met 7 thuis en vaak moest ik samen met mijn zussen Heit in de kerk helpen om Mem thuis te ontlasten. Dat werd banken afstoffen, boekjes recht leggen en als er geen paters in de kerk liepen te brevieren – voor de onwetenden: brevieren is al lopend en mompelend een gebedenboek lezen – dan mochten we tikkertje en verstoppertje spelen. Tot op zekere hoogte vond Heit dat wel goed maar het moest niet te gek worden.

Vanaf mijn tiende moest ik op de vrije middagen eerst een uurtje meehelpen in de kerk voordat ik met mijn vrienden mocht voetballen. Ik heb het einde van de hoogtij dagen van de kerkdiensten nog meegemaakt, in die zin dat er veel diensten waren en veel kerkgangers. Vooral de feestelijke missen tijdens de hoogtijdagen zijn mij bijgebleven want dan zat de kerk bomvol en soms moesten er vanwege de grote toeloop stoelen bijgezet worden. Ook waren er meerdere in mooie gewaden gehulde priesters en acolieten op het altaar – een mis met drie of meer heren, dat was wat! – er was veel wierook en wijwater en een dubbel bezet koor. Ik heb meegemaakt dat er tijdens de kerstnacht 2 keer een kerk volstroomde, we hebben het dan over 2000 mensen. Ook heb ik eens een feestelijke bisschopswijding meegemaakt, dat was niet niks. Gregoriaanse liederen met het Halleluja van Handel als hoogtepunt. Als misdienaar werd ik regelmatig tijdelijk uit de schoolbanken bevrijd voor een door de weekse bruiloft of een plotseling opkomende begrafenis.

Die hoogtijdagen die zijn nu voorbij, maar dat is tijdelijk zoals alles tijdelijk is.

Elke zondagmorgen gingen we naar de kerk, maar het was wel elke week hetzelfde verhaal: een vaste opeenvolging van rituelen. In de praktijk was het wachten tot de preek voorbij was dan was je over de helft. Ik werd puber en het ging vervelen. Om de schwung erin te houden kwamen er beatmissen: popmuziek in de kerk als onderbreking van de dienst. Op de een of andere manier klopte het niet: een popbandje hoort in rokerige zaaltjes thuis met meisjes en bier. De meisjes waren er wel maar die zaten stil in de banken en roken mocht toen ook al niet in de kerk, laat staan bier drinken, dat was voor daarna. Ik ben toen op zoek gegaan naar andere vormen van religie.

Onderweg door de wereld kwam ik in aanraking met de protestanten en gereformeerden, maar die mochten veel niet. Op mijn reis maakte ik kennis met de Islam met hun spitse minaretten, het Hindoeïsme met hun veelkleurige tempels en de boeddhisten, in oranje gewaden gehulde monniken bij indrukwekkende pagoden. De hindoes in India hadden het goed bekeken: veel goden en godinnen. In de praktijk betekende het dat er altijd en overal wel wat te vieren viel. Gedurende de 5 maanden dat ik door India reisde heb ik vele religieuze feesten meegemaakt. Op zeker moment was ik in plaats X waar de god Vishnu zijn jaarlijkse uitstapje maakte: thee drinken bij godin Laksmi. Dit werd door de dorpsbewoners uitgebeeld door een gigantische houten kar te bouwen op houten wielen met daarin een minuscuul beeldje van Vishnu. Die kar werd vervolgens door minstens 150 mannen in ploegendienst enkele kilometers over een ongeplaveid pad naar de woning van Laksmi gerold en weer terug, een evenement van 5 volle dagen met veel vuurwerk, gezang, eten en drinken en elk jaar weer een nieuwe kar.

Bij de boeddhisten leerde ik dat het in religie niet gaat om heldenverering of feesten maar dat het gaat om de weg van verlichting, de bevrijding van de innerlijke lijdensweg, een situatie die bereikt kan worden door een opeenvolging van oefeningen.

Alles is steeds in verandering, niets staat vast, je bent eeuwig onderweg ook als je stil staat. Ik heb een eigen vorm gevonden in het geloof belijden, los van bestaande structuren en in een vrij concept, geïnspireerd door wat om mij heen is en waarmee ik in aanraking ben. Ik ben gevoelig voor rituelen maar geen slaaf, hecht aan symboliek en heb mijn momenten van bezinning. Eigenlijk maakt het mij niet uit katholiek, protestant, boeddhist of moslim.

Van huis uit heb ik belangstelling gekregen voor kerken, kathedralen, tempels, minaretten, pagoden en andere bouwsels. Van de Franciscuskerk in Bolsward, via de bontgekleurde hindoetempels van Madurai tot de pagoden in Thailand. Van de majestueuze Sint Pieter in Rome tot de eenvoudige kleine stapeltjes stenen hoog in de Himalaya. Allemaal plaatsen van bezinning die ooit zijn opgericht en altijd zullen blijven bestaan. Soms storten ze in, branden ze tot de grond toe af, worden platgebombardeerd of ze vallen om, maar dat is tijdelijk: er komen altijd nieuwe voor in de plaats. Het vuur dat nooit meer dooft.

Zo ook de Bartolomeus kerk in Noordlaren. Minstens 800 jaar oud en al in haar zoveelste gedaante: versie 3.0 of 4.0, ik weet het niet, het doet er ook niet toe. In al die tijd is dit een plaats voor godsdiensten geweest, maar ook een schuilplaats voor vee, opslag van graan, een toevluchtsoord voor vluchtelingen en slaapplaats voor de reiziger

En – ook – inspiratiebron voor kunstenaars. In dit gebouw zit 800 jaar leven in 800 jaar van veranderingen. Het is vergelijkbaar met al die andere godshuizen die ik onderweg ben tegengekomen, het zijn uitermate inspirerende plaatsen die mij tot een creatief experiment aanzetten. Het is vuur dat nooit meer dooft.

Ooit was dit huis hier een katholieke kerk. Een en ander heeft mij geïnspireerd die nu terug te brengen.

 

Read Full Post »



expofoto2014

Komend weekend is het weer zover. Op zaterdag 26 en zondag 27 april wordt  voor de 6e keer de jaarlijkse expositie van  cursisten gehouden in Het Grevijlinkhuis in Annerveenschekanaal.  Twee dagen lang laten 26 cursisten bijna 100 met liefde geschilderde werken zien, een fantastisch aantal. De stijl varieert van expressionisme tot figuratief en van abstract tot realistisch. Vele onderwerpen passeren de revue variërend van landschappen, stadsgezichten, portretten, bloemen en dieren. Het Grevijlinkhuis is voor deze gelegenheid omgetoverd tot een heuse expositieruimte waar de schilderijen te bewonderen zijn en voor een deel te koop worden aangeboden. Ik ben zeer trots op het resultaat.

Alle exposanten hebben les van mij of hebben dat gehad. Er zijn een aantal schilders bij die voor de zesde keer meedoen, maar ook een aantal die nog maar net zijn begonnen met deze prachtige hobby. Gevieren hebben ze de stoute schoenen  aangetrokken en zich als deelnemer gemeld. Naast heel ervaren schilders komen we dus ook de beginners tegen op deze expositie, maar niks ten nadele daarvan: ze laten hun eigen werk zien en dat is zeer de moeite waard.

Ik ben waarschijnlijk de enige die al het het geëxposeerde werk al kent en het voor het grootste gedeelte ook gemaakt heeft zien worden. Je hoort wel eens dat er docenten zijn die regelmatig zelf het penseel ter hand nemen om hier en daar verbeteringen in het werk van hun leerlingen aan te brengen. Wat mij betreft een slechte zaak, schilderen is een kwestie van een eigen handschrift en fouten bestaan niet, hoogstens – en nu citeer ik  Bob Ross – ‘unhappy incidents’. En: het gaat niet alleen om het resultaat. Ik ben er voor de raadgevingen, technische hulp en beeldende bijstand. Ik kan je verzekeren dat de schilderijen op deze expositie voor de volle 100% werk gemaakt zijn door de schilders zelf.

De feestelijke opening is op zaterdag 26 april om 14:00 uur en wordt (inmiddels traditioneel) geopend door de burgemeester van de Gemeente Aa en Hunze, Eric van Oosterhout. Vader en zoon Andre en Hein Damming uit Annen spelen evergreens op gitaar en Cees Groesbeek draagt gedichten voor. Het geheel wordt omlijst door de muzikale klanken vanuit een platenspeler. Een speciaal hiervoor ingevlogen DJ zal lp’s uit de gouden jaren 60 en 70 draaien.

Met een beetje geluk kan zich dit allemaal in de open lucht plaats vinden op het sublieme terras van Het Grevijlinkhuis. Ik kijk daarom nu elke dag in de weersvoorspellingen om vast te stellen dat weer voorspellen een heikele zaak is. Op de knietjes dan maar: bidden voor de zon of op z’n minst een droge zaterdagmiddag.

De expositie is op zaterdag 26 en zondag 27 april open van 13:00-17:00 uur. De toegang is gratis.

IMG_0669Expoposter2014

Read Full Post »

Afgelopen week ontving ik in mijn brievenbus van mijn voormalige buurvrouw een aantal exemplaren van de Korrespondent, een buurtkrant uit de stad Groningen – van de Korrewegbuurt welteverstaan, plaatselijk bekend als de Indische buurt – met de volgende, hele leuke inhoud:

image001image003

Read Full Post »

ImageDit belooft een memorabele week te worden. Aanstaande vrijdagavond 13 december vindt de officiële opening plaats van mijn expositie van landschappen en stillevens bij Galerie Beeldkracht in Scheemda. Dan word ik ’s avonds door de galeriehouder Sander Kletter, tevens kunsthistoricus, geïnterviewd voor een live publiek. Het zal gaan over mijn ervaringen als kunstschilder, mijn inspiratiebronnen en mijn werkwijze. Spannend. Ik ben wel eens eerder geïnterviewd, maar dat was voor de radio en dat was ook  spannend (en ook heel leuk). Ik herinner me ook nog het tv-kunstprogramma Bartissimo van RTV Drenthe waar Sophie mij in 2011 een halve dag volgde met cameraploeg en al. Heel leuke tv werd dat. Helaas is Bartissimo gesneuveld in de bezuinigingswoede bij RTV Drenthe. Het filmpje is trouwens nog wel terug te vinden op internet..

Je bent vrijdagavond van harte welkom. Het begint om 19:30 uur. Na het interview is er een hapje en drankje en kun je de expositie bekijken. Ik ben er zeer tevreden over,  het is een prachtige expositie geworden met vele nieuwe olieverfschilderijen. Mocht je niet in de gelegenheid zijn vrijdag aanstaande aanwezig te kunnen zijn, de expositie is nog tot 21 februari te bezoeken. En omdat de Galerie permanent werk van mij toont ook nog daarna.

Galerie Beeldkracht heeft een persbericht geschreven wat inmiddels door diverse nieuwsdiensten is overgenomen:

Galerie Beeldkracht
Persbericht December 2013

Het noordelijke landschap in de beleving van Laurens Boersma

Galerie Beeldkracht exposeert tot en met 21 februari 2014 landschappen en stillevens van kunstschilder Laurens Boersma (Oosterwierum, Friesland, 1957), die in 1997 cum laude afstudeerde aan Academie Minerva te Groningen. Op de expositie zijn recente schilderijen in olieverf naar aanleiding van het landschap van Drenthe en Groningen te zien, evenals enkele stillevens.

In de zestien jaar dat de kunstenaar actief is, hebben de nodige artistieke ontwikkelingen plaatsgevonden. Aanvankelijk hield Boersma zich ook bezig met moderne media. Hij creëerde onder meer video installaties. De kunstenaar heeft zich echter vanaf 2007 gespecialiseerd in het medium schilderkunst. Binnen dat medium heeft hij zich ook ontwikkeld. Omstreeks 2006 schilderde hij het noordelijke landschap in een impressionistische stijl. Net als de impressionisten en de kunstenaars van de School van Barbizon schilderde hij bij voorkeur op locatie. Regen, koude en gure wind, het kon de kunstenaar nooit tegenhouden om zijn impressie van de noordelijke landschappen vast te leggen.
Onder invloed van de gerenommeerde kunstenaar Ben Snijders veranderde Boersma echter een jaar of drie geleden zijn aanpak. Niet alleen ging hij zich vanaf dat moment ook toeleggen op het schilderen van stillevens, hij is ook methodisch gezien, het landschap anders gaan benaderen. Hij gaat buiten op zoek naar bruikbare motieven, gaat op verschillende landschappelijke locaties de sfeer proeven, maakt foto’s en schetsen. Binnen in het atelier zet hij dan naar aanleiding van zijn indrukken, foto’s en schetsen een schilderij op. Het gevolg is, dat hij zijn schilderijen meer abstraheert, ze bevatten minder anekdotes, die doen herinneren aan de plek, waar hij zijn inspiratie vandaan heeft gehaald. Boersma laat de romanticus in zichzelf meer spreken en laat tijdens het schilderproces ook gevoelsinvloeden toe van kunstenaars, die hij speciaal waardeert, waaronder kunstenaars als Edvard Munch en Mark Rothko. Hij idealiseert het ervaren landschap, waarbij de wereld van het schilderij zelf echter de graadmeter is voor zijn handelingen. De schetsmatige stijl van het impressionisme heeft plaatsgemaakt voor een meer gewogen realistische stijl. Het schilderij zelf dicteert nuances in de kleurstelling, de mate van abstractie van de vormentaal en de ritmiek van de voorstelling. Niet langer bepaalt het oorspronkelijke uitgangspunt van wat buiten is waargenomen de uiteindelijke vorm, maar ‘wat het schilderij nodig heeft ter voltooiing’. Schilderen is voor Boersma een zich herhalende mix van visuele contemplatie, voorstudie en spontane actie.
Vanaf 1998 exposeert Boersma zijn schilderijen van landschappen met regelmaat op verschillende locaties, veelal in Noord-Nederland, maar ook in Duitsland en Zeeland. Sinds 2006 wordt zijn werk permanent bij Galerie Beeldkracht tentoongesteld.

Meet & Greet Laurens Boersma

Op vrijdagavond 13 december interviewt kunsthistoricus Sander Kletter kunstschilder Laurens Boersma over zijn ervaringen met het landschap schilderen, over zijn werk, methode, inspiratiebronnen en schilderstijl in de ambiance van zijn solo expositie bij Galerie Beeldkracht.
U kunt dit live interview gratis bijwonen en zichzelf hiervoor telefonisch of per e-mail opgeven. Voor nadere inlichtingen neemt u contact op met Galerie Beeldkracht, telefoon 0597-591068. Na afloop van het interview is er gelegenheid om de expositie van Boersma te bezichtigen. De expositie van Laurens Boersma is verder te bezichtigen van woensdag tot en met zaterdag van 10 tot 18 uur en iedere zondag van 12 tot 17 uur. Bezoekadres: Torenstraat 6-8, 9679BP Scheemda, zie tevens http://www.galeriebeeldkracht.nl

Read Full Post »

Toen we nog in Groningen stad woonden hadden we bij wijze van buitenhuis bij een boer bij Pieterburen een kleine oude caravan gestalt. Deze deed vooral dienst als buitenatelier. Vaak trok ik er heen om op de dijk het ‘Er gaat niets boven Groningen’ vast te leggen: het Wad. Ook schilderde ik graag vanaf de dijk het land met de boerenplaatsen, de wind in de bomen en de kuddes schapen. Ook kwam het voor dat wanneer A meekwam we ons begaven op lange wandelingen door de korenvelden langs verschillende boerenerven en dan eindigden bij Domies Toen in Pieterburen. Een botanische oase met bloemen en kruiden in een kloosterachtige omgeving. Naast Domies Toen is een theeschenkerij met daar achter een kleine vijver. Zomerdag is het daar goed vertoeven en als je op tijd was en dat is dus vroeg dan was dat zitje bij die vijver nog vrij. Graag zaten we daar met een kopje thee met wat lekkers erbij te genieten van de dag, de bloemenweelde, het gekwaak van de kikkers en al het moois wat misschien die dag nog op onze weg zou komen.

Domies Toen en alles eromheen is ook een geweldige locatie om te tekenen. Een van de schetsen die ik toen heb gemaakt heeft geresulteerd in een olieverfschilderij. Ik ben daar al in 2007 mee begonnen en het pas deze week afgemaakt. Het doek wordt voor het eerst getoond op mijn expositie in Galerie Lindern in Lindern, Duitsland in september dit jaar.

Vol Verlangen

Vol Verlangen, olieverf op linnen, 70×100 cm.

 

Read Full Post »

DSC_0002DSC_0001        

Graag mag ik in het café zitten schetsen tijdens de zit.  En dan het liefst in het café  vlakbij mijn woonplaats. Het is er sfeervol en het bier smaakt er goed. Tekenen maakt beter kijken en het is de bedoeling dat je snel ter zake komt. Voor je het weet is je onderwerp weg of is ergens anders gaan zitten. Snel maakt dat je er niet teveel over kunt piekeren en intuïtief te werk moet gaan: ins blaue hinein! En als ze je al een beetje kennen komen ze graag even kijken (ook als je niet kennen trouwens). Kom ik er ook op? Wat mooi! Leuke hobby hè? Lijkt nog niet echt. Hoe lang ben je er al mee bezig? Ik teken ook. Enzovoorts.

Het is daarom maar het beste wanneer het al een beetje druk is, dan valt het wat minder op en kan ik me beter concentreren. Op zondagmiddag bijvoorbeeld. Soms leidt een schets tot een schilderij. Zo ook laatst in december. A is mee en leest de krant. We bestellen een bier en onderhouden ons kort met de bekende clientèle. Gelukkig is iedereen lekker druk met zichzelf en elkaar bezig en kan ik nagenoeg onopgemerkt mijn slag slaan. Ik smaak het genoegen dat het gezelschap voor me aan de stamtafel aan een redelijk lange zit bezig is. De schets leidt tot een schilderij.  Olieverf op linnen, 80×80 cm. Ik ben later nog een paar keer terug gegaan om de details van de achterwand over te nemen, zodat het resultaat nog redelijk authentiek is. Een tijdsbeeld. Iedere vermeende gelijkenis met een bestaande  levende ziel berust trouwens op een misverstand. Ik ben er redelijk content mee.

Read Full Post »

Older Posts »