Feeds:
Berichten
Reacties

Nieuwjaarstoespraak 2019 – ode aan Paul V.

Vroeg of laat, zeker op een gegeven moment werd het tijd dat ik ging schilderen.
Voor het schilderonderwijs werd ik door mijn leermeester doorverwezen naar een vriend die in een buitenwijk woonde, Paul. Op mijn vraag wat ik voor de 1e les mee moest nemen kwam een lang en vaag antwoord, met zoveel stelligheid uitgesproken dat ik de vraag niet durfde te herhalen. Voor de zekerheid kocht ik een paar tubes verf en een set penselen bij de V&D. Niet van die grote, ik wilde het bescheiden GC erdtftrrhhouden.

De dag van de afspraak kwam snel naderbij. Met verf en penselen fietste ik naar het opgegeven adres. Het was in een bovenwoning in een nieuwbouw woonwijk aan de rand van de stad. De huiskamer was het atelier. Er stond een grote tafel, vol met boeken en papieren, schrijfgerei, een volle asbak, een radio, lege kopjes en glazen. Van de twee stoelen was er 1 gevuld met boeken. Het enige wandmeubel bevatte nog meer boeken, mappen, paperassen, beeldjes, dozen en een zwartwit tv afgestemd op het testbeeld. Er kwam een laag brommend geluid uit. Het raam was voor een deel met boodschappenbriefjes beplakt en lang geleden schoongemaakt. Het zag er allemaal heel kunstig uit.
Tegen de muren mappen met tekeningen, beschilderde kartons, schilderijen, dozen verf en krijtjes afgewisseld met stapels kranten en tijdschriften, alles op datum gesorteerd – zo bleek later. Verder waren er in rijen gerangschikte hopen lege verpakkingen van thee, koffie, koffiefilters, margarine, hagelslag, rijst, paneermeel, biscuits en overige levensmiddelen. Alles onder een dikke lage stof. De circulaire economie had hier al een bescheiden begin gemaakt. Welke overigens later tenietgedaan werd door een groep vrinden van de kunstenaar die, toen de stapels het plafond naderden onder het mom van schoonmaken alles naar de vuilstort brachten. Waarna het verzamelproces opnieuw kon beginnen.

In de hoek stond een echtpaar in trouwkostuum die daar via een paadje terecht waren gekomen. Daarvoor 2 schildersezels, de 1 voor de ander. Na de begroeting liet ik mijn meegebrachte verf en penselen zien. De penselen werden in een hoek gesmeten. Te klein. De verf kon er gelukkig wel mee door. Ik kreeg een naar mijn smaak veel te grote kwast in de hand gedrukt, zo’n brede platte waar je muren mee kunt sauzen.
“Ga daar maar staan – en hij wees naar de achterste ezel waarop een naar mijn smaak veel te groot wit vel karton stond. “Goed kijken en doe mij maar na”. Er stond een bordje met verf en een pot water. “Met deze kwast?”. “Ja, met deze kwast”. Dat wordt niks dacht ik nog, maar weglopen durfde ik niet en om nu al stampij te maken…Het zweet brak me uit.

Kijken is een werkwoord zei de docent op de kunstacademie. Het was de eerste les die geheel op ging aan een monoloog van ruim 3 kwartier. Ik dacht nog: gaan we nog wat doen? maar dit was het. Om te voorkomen dat we het zouden vergeten werd het verhaal later in het jaar nog een paar keer herhaald.

Kijken is een werkwoord en ik zie haar nog binnen komen. Permanentje, kokerrok met schoudertas en een nog lege plastic tas in de hand. Ze kwam uit Twente en had een hotel geboekt. Het plan was in 2 dagen alle 156 ateliers van de atelierroute verspreid over de stad te bezoeken. Lopend. Dat moest lukken. Wij waren de eerste en na 2 minuten was ze alweer weg anders zou ze het niet halen. Als bewijsmateriaal bracht ze een tas met folders, brochures en visitekaartjes thuis.

Kijken is een werkwoord. Sinds je in een museum mag fotograferen zie je overal bezoekers met smartphones rondlopen. In een stevig tempo wordt van elk schilderij een foto gemaakt. Waarna deze later als bewijs van het bezoek op facebook en instagram gezet worden. Het is erg verslavend, de camera zit er nou eenmaal niet voor niets op dus wat let je.
Een paar jaar geleden las ik dat de gemiddelde tijd van een bezoeker die naar een kunstwerk kijkt 7 seconden is. Dat is best lang als je de tegenwoordige snapshotcultuur in acht neemt. Er zijn dus mensen die behoorlijk lang voor een schilderij gaan staan anders haal je dat gemiddelde nooit.

Kijken is een werkwoord. Ik heb eens een minuut of 10 voor een schilderij van Mark Rothko gezeten. Er stond niets op. Nou ja, niets. Rothko schilderde grote doeken met meerdere lagen verf over elkaar heen. Zonder een vorm of tekening erin. Zodat je tegen een kleurvlak aankijkt. Vroeg of laat – als je tenminste de tijd neemt – ga je er van alles in zien. Het schilderij heeft een spiegelfunctie, je ziet jezelf erin. Sommige mensen zijn tot tranen geroerd na het zien van een Rothko. Rothko wist dit zelf ook en daarom dat hij bij de expositie van zijn werken een tempelsfeer eiste met gedempt licht, absolute stilte en grote lege ruimtes.

Kijken is een werkwoord en het was hard werken. Ik begon met de grote kwast gele verf op het karton te smeren, een beetje zoals ik het voor me zag gebeuren op de andere ezel. Ik keek naar de modellen en leerde dat je met de zijkant van de kwast meer controle kreeg over de vormen. Over de gezichten van de modellen moest ik me maar geen zorgen maken. De kleuren liepen door elkaar heen, in het midden waren een paar rommelige figuren te zien waar ik met de beste wil van de wereld het trouwpaar niet in kon herkennen.
Na afloop was de meester tevreden maar ik vond het nergens op lijken. Dat was ook niet de bedoeling, het ging om het kijken. Ik zag mezelf terug.

Paul overleed plotseling enkele maanden geleden. Op vrijdag 23 november nog een mail.
“ Hé Laurens, misschien moet ik jouw schilderijen echt bekijken als je ’t goed vindt. En ik moet eerst maar acclimatiseren, daar ik 6 weken m’n linkerarm niet mag overbelasten. Over 2 maanden controle betreffende m’n ICD implantatie. Vanaf 1 jan. 2019 mag ik weer “alles”, zoals “zwaar” tillen & op m’n Peugeot Fox rijden > maw. Nieuw het Nieuw Jaar in. Groeten aan Antonia, Paul.”

Twee dagen daarna overleed hij. Hij wou helemaal niet dood maar ging toch. Kijken is een werkwoord en Paul zet z’n werk elders voort. Hoi Paul.

Ik wens je veel kijkplezier dit jaar.

Afgelopen zondag 16 september is mijn expositie in Lindern (Niedersachsen) geopend. De Kunst en Kulturverein Linder nodigt 2x per jaar een kunstenaar uit voor een grote expositie. Na al eens eerder hier geexposeerd te hebben (in 2013 en 2014) viel de uitnodiging dit jaar mij opnieuw ten deel. Hieronder het verslag van de Munsterlander Zeitung van maandag 17 september.dav

Met de stropdas voor presenteer ik Dr. Julia Schulte to Buhne een van mijn werken. Dit was het eind van een interview met Julia wat voor naar schatting 50 toehoorders als openingspeech diende. In het Duits. En hoewel ik dat niet erg goed spreek (het Duits van Rudi Carel zaliger komt er nog het dichtst bij in de buurt) kwam het wel goed over, zo begreep ik na afloop van een paar criticasters. De burgemeester van Lindern deed de formele welkomstspeech waarna ik met Julia in gesprek mocht. Na afloop wijn en sap.

De expositie werd  de eerste dag druk bezocht, er is verkoop – ook niet onbelangrijk – en het ziet er echt fantastisch uit. Ik ben er trots op. Er hangen 45 recente werken, ruim opgehangen over 2 etages en het werk is prachtig belicht. De keramiek van Katharine Bertzbauch – vooral wit van kleur – past er ook erg goed bij. De expositie is nog te bezoeken tot en met 14 oktober, elke woensdag, zaterdag en zondag, dagelijks van 15-18 uur.

Hieronder alvast wat foto’s van de verschillende ruimtes en enkele werken:

 

Er komt een dikke bui opzetten uit het westen en de start wordt uitgesteld. Die is geplanned om 2 uur. Maar er staat windkracht 5 tot 6 op de Fluessen en met zo’n dikke bui kunnen we niet van start. Die kan tot uiterlijk 11 voor 4 uitgesteld worden. Dan moet er een startschot vallen. Of niet, maar dan is er geen wedstrijd. Het is nu half 2. Daarvoor heb ik al koffie en stamppot boerenkool gehad in It Sailhus. Er is voor het eten wat discussie tussen de organiserende Zeilvereniging Elahuizen en de schippers geweest over de vorm van het wedstrijdvak. Dat is te behouden vinden de schippers, maar het blijft zoals het is. Er is veel wind en veiligheid gaat voor.

sks 2

Ik ben uitgenodigd door de SKS om de wedstrijd schilderend vast te leggen op de persboot.  De schipper is vandaag Pieter Brouwer. Inderdaad, de Pieter Brouwer die met het skutsje van Heerenveen, de Gerben van Manen,  3x kampioen werd, de laatste keer in 2010. Nou wil het geval dat zijn zoon Sytze – samen met broer Harmen – nu de schipper is van de Gerben van Manen, en jawel, niet gelogen, vandaag de wedstrijd gaat winnen. Maar voor het zover is moet eerst het startschot nog vallen. Dat gebeurt om 10 voor 3 middels een dubbelloops jachtgeweer. Tussen dat moment en de finish, zo’n 2 ½ uur later, ben ik getuige van een spectaculaire wedstrijd. Want er is een flinke strijd. Het blijft nagenoeg droog en Pieter zorgt ervoor dat ik het goed kan zien. Hij vaart van boei naar boei. Bij de boei wisselen de schepen van koers en is goed te zien wie op kop ligt. Van begin af aan is dat Heerenveen. Hetzelfde dubbelloops jachtgeweer schiet alle deelnemers na 5- en door de finish. Het was een mooie dag. Eernewoude blijft koploper en Heerenveen stijgt naar plek 3. Morgen Staveren, maar als de wind zo blijft kan dat niet doorgaan.

De persboot schommelt nogal wat en er valt ook nog wel eens een bui. Maar goed, uiteindelijk krijg ik toch aardig wat op papier.

sks 1.jpg

sks.jpg

 

Tempera

In het Drents Museum en ook in de Kunsthalle in Emden werd ik eind vorig jaar geconfronteerd met het prachtige schilderwerk van de Amerikaan Andrew Wyeth. Prachtige verstilde tempera-schilderijen van kleine onderwerpen in een behoudende kleurstijl. Het overweldigende van de hyperrealistische kleurexplosies van de Amerikaanse buren was niet in staat mijn American Dream te verstoren

Het was het laatste zetje om mij tot de techniek van het tempera-schilderen te wenden.

Volgens Michelangelo Buonarroti (1475-1564) is de temperatechniek de moeilijkste der schildertechnieken. Dat is omdat de verf snel droogt en slecht dekt. Maar o o wat een mooie glans. Bij ei-tempera wordt pigment aangelengd met een emulsie van kippe-ei (alleen de dooier, hoewel eiwit plus dooier ook kan). Dat levert een transparante verf op die je laagsgewijs met penseel moet opbrengen. Het doet een beetje denken aan gouache, maar tempera is fijner en heeft een mooie glans terwijl gouache wat dof oogt. Het wordt snel hard en kan direct daarna overgeschilderd worden. Aangezien ei snel bederft is deze verf niet lang houdbaar. Misschien een week in de koelkast maar daarna begint het al te stinken.

Hoewel de ambachtelijke manier van verf bereiden mij het liefst is ben ik vanwege tijdgebrek en onwennigheid begonnen met kant en klare tempera uit een tube. De verf is wat langer houdbaar want opgesloten in een tube en bovendien zit er doordat ik niet de hele week kan schilderen geen tijdsdruk op. Het komt in kleine tubes van 21 ml van het franse merk Sennelier en erg goedkoop is het niet. Maar goed, het werkt. Het emailleert dankzij het ei fantastisch, de kleuren glanzen en je kunt er lange streken mee maken. Zowel fijnbesnaarde nylon penselen als de wat betere varkensharen werken beide goed. Het is niet gemakkelijk en erg tijdrovend maar het werkt erg fijn.

Hierbij de eerste 4 resultaten:

IMG_2939Harener Bocht – tempera op mdf / 40×55 cm

IMG_2693

Vissershaven Lauwersoog  – tempera op clayboard / 30×40 cm

Bos in Wintergroen tempera 30x50cm

Bos – tempera op mdf / 30×50 cm

IMG_2913

Flooded and Frozen – tempera op mdf / 60×80 cm

Nieuwjaar Speech

Het verhaal gaat als volgt.

Op zekere dag, het is al even geleden, brengt Ilja Repin samen met een bevriende kunstenaar een bezoek aan de Tretjakov Galerie in Moskou. Hij draagt in de binnenzak van zijn jas een flesje wodka mee en in de andere een klein palet olieverf en penseel. Repin is een niet onbelangrijke 19e eeuwse kunstenaar die ook wel de Rembrandt van Rusland genoemd wordt. Hiermee wordt gedoeld op zijn kwaliteiten als schilder en niet gemeten naar de hoeveelheid faillissementen. In 2016 was hij met enkele werken prominent aanwezig op de Peredzvizniki expositie in Het Drents Museum in Assen. Als je daar geweest bent dan weet je wat ik bedoel.

Pavel Tretjakov was een mecenas en groot liefhebber van de schilderijen van Repin. In zijn gelijknamige Galerie bood hij diens werk te koop aan.
Wat de naam van de vriend was is mij niet bekend. Welnu, in de galerie aangekomen leidt deze vriend op gegeven moment Pavel af terwijl Ilja op zoek gaat naar een van zijn werken. Buiten het zicht van Tretjakov maakt hij een kleine wijziging aan in een van zijn schilderijen. Voor de argeloze toeschouwer een nauwelijks zichtbare ingreep maar voor de kunstenaar een essentiele verbetering.

De volgende dag komt Pavel Tretjakov woedend het atelier van Repin binnen gestormd. Hij heeft de wijziging opgemerkt en is daar ziedend over. Hij beveelt Repin als de sodemieter de wijziging ongedaan te maken, anders worden al zijn schilderijen uit de galerie verwijderd en komen deze er nooit meer in. Kennelijk was Pavel een goede observator. Als eigenaar van het doek was hij niet gediend van enige wijziging, hoe klein ook.

Men vraagt mij wel eens: wanneer is het schilderij af?
Een goeie vraag. Je bent er ooit eens mee begonnen, het zal toch wel eens een keertje klaar zijn. Vaak zeg dat ik het niet weet. Dat vindt men meestal geen goed antwoord, er was iets anders verwacht. Je maakt er geen vrienden mee.

Afhankelijk van de vragensteller, bv een leerling, zeg ook ik ook wel eens: het is bijna af. Nog even wat aan kleur doen. Of aan de voorstelling. En als het er niet beter van wordt dan is het verstandig er maar mee op te houden. Kennelijk is het dan af, althans voorlopig. Thuis vinden ze dan dat het allang af is.
Ik zeg ook wel eens dat het af is. Dat antwoord doet het meestal erg goed. Tot de week erop de cursist terug komt metzelfde schilderij en er vrolijk nog wat aan doorwerkt.

Het komt veel voor dat ik een werk van mijzelf dat al enige tijd ingelijst en al aan de muur hangt, daar vanaf haal en er nog wat aan doe. Voortschrijdend inzicht heet dat.

Als het werk niet meer in het zicht is, bijvoorbeeld omdat het in een galerie hangt of verkocht is dan is het ook af.

Want ja, wat is een schilderij eigenlijk?

Het is toch eigenlijk niet veel meer dan een verbeelding, een plaatje aan de muur, een lapje stof met wat verf erop, een paneeltje hout met vlekken.
Het is net echt. Een leugen? Fake news? Welnee, het is een illusie. Suggestie. We zien een landschap maar als ik het omdraai is het weg.
En een illusie is nooit af. Soms houdt het op, even maar, soms duurt het wat langer maar dan gaat het weer door. Prachtig.

IMG_2692

Bos (tempera op paneel – 2017/18)                     NIET AF

Nu de 10e expositie van de cursisten eraan komt – 21 en 22 april aanstaande in Egberts Lent in Nieuw Annerveen – komen er dit soort vragen. Is het af? Is het goed genoeg? Moet het ingelijst en – o help – zo ja, wat voor lijst moet er dan omheen? En hoe duur moet het worden? Ja, vooral het laatste: hoe duur moet het zijn, wat is de prijs?

Kunst en geld, dat is geen goede combinatie. Maar ook weer wel.

Hoeveel wil een mens betalen voor een illusie? Ik vroeg het mijn vader. Die zei: hoeveel de gek ervoor geeft. Hij had gelijk.
Vraag het de veilingmeester van Christies en die zegt: veel, heel veel. Zet er een goeie naam onder en je betaalt 430 miljoen voor een schetsje van Leonardo da Vinci. Maar die is dood en dat zijn mijn leerlingen niet. Dus het wordt wat minder.

Geld heeft met kunst gemeen dat de waarde bepaald wordt door emotie. Je weet eigenlijk nooit hoeveel het waard is. Geld is ook een illusie.. En als je wat tekort komt dan zet je de geldpers aan druk je er gewoon wat bij.

Zo vraagt men mij ook wel eens wat kunst is. In het dagelijks leven is hier veel verwarring over.
Het antwoord op deze vraag is makkelijk. De kunstenaar bepaalt of iets kunst is. Het is als de slager die zijn eigen vlees keurt.

Ik wens jullie allen een vruchtbaar bestaan in 2018 toe, aarzel niet, geniet ervan, voor je het weet is het af.

 

Waterland Updigging

Water en land komen samen in een nieuw verband

Op 24 en 25 november speelt de intrigerende muziekvoorstelling Updiggin’ in het MFC De Badde in Annerveenschekanaal. Overal waar de bijzonder gevoelige voorstelling speelt, maken lokale spelers uit de omgeving een lokaal programma bij de voorstelling onder leiding van een professionele regisseur.

In Aa- en Hunze maakt Frank Odijk met een groep zeer enthousiaste mensen – van toneelspelers tot kunstenaars tot mensen die voor de eerste keer de planken betreden – de korte voorstelling ‘Maar…’ over de maar die je tegenhoudt – Maar… dat kan ik niet – en over de maar die je uitdaagt om eens verder te kijken – Maar… het kan ook anders.

Tijdens Updiggin’ Maar wordt werk van mijn hand getoond, waaronder onderstaand olieverfschilderij ‘Waterland 1’

Waterland 1 / 100x140 cm

De serie waar dit werk uit afkomstig is, heet ‘Waterland’ en verbeeldt het landschap in de Veenkoloniën nadat de gewassen zijn geoogst. Water en land komen samen in een nieuw verband.

Benieuwd geworden  mijn werk  deel uitmaakt van de voorstelling? Kom dan kijken naar Maarr… en Updiggin’ in MFC de Badde op vrijdag 24 en zaterdag 25 november om 19.00.

Kaarten kosten maar €6,00 in de voorverkoop en €7,50 aan de deur. En daar zie je dus wel twéé bijzondere voorstellingen voor! Reserveer via Colinda Feijth-Gerrits: colindagerrits@hotmail.com

Kijk voor meer informatie over Solace I Guess: Updiggin’ en over het lokale programma Maar… op http://www.solaceiguess.com. Wilt u meer weten over Laurens Boersma, bekijk zijn website en lees zijn blog: www.laurensboersma.com

 

 

Instagram Art

Een plan.

Instagram, ik doe er ook aan mee. Ook aan facebook trouwens, en LinkedIn (al heel lang) en vroeger Twitterde ik ook wel eens, maar dat is meer voor politici, journalisten en tekstwerkers. Ik ben meer van de plaatjes. Dus vorig jaar in augustus ben ik begonnen een jaar lang elke dag een foto te maken en deze op Instagram te plaatsen. De idee was op termijn deze foto’s te gebruiken als inspiratie voor nieuwe experimentele werken. Ik ben op regelmatige basis elke dag een moment van de dag vast gaan leggen. De keuze was vaak impusief, meestal iets in mijn omgeving dat mijn aandacht trok en waarvan ik dan met mijn iphone een foto maakte en deze op Instagram plaatste. Met een titel: FvdD en dan de datum. Geen andere tags, dus dan kwamen er ook niet zo veel volgers (dat aantal groeide trouwens wel gestaag – kennelijk is het regelmatig  plaatsen op Instagram al voldoende om meer volgers te krijgen- en het aantal hartjes klom ook wel wat).
Ik vergat ook wel eens een dag maar dat maakte ik de volgende dag dan weer goed.

En zo werden er in 1 jaar 365 foto’s gemaakt en op Instagram geplaatst.
Op www.laurensboersma.com is onder submenu Project FvdD Instagram Art te volgen tot welke beelden deze foto’s leiden. Het zijn steeds niet meer dan snelle notities, krabbeltjes en aantekeningen, en die gaan straks samen een archief  vormen van waaruit grotere werken ontstaan. Dat is het plan.
Laurens Boersma (@laurens07) • Instagram-foto's en -video's

Rodin (2)

IMG_0696 2Op dinsdag 28 maart is het er dan toch eindelijk van gekomen: in Het Groninger Museum op zoek naar Rodin.

Gewapend met tekencahier en houtskoolpotloden zoek ik een plekje om te tekenen. Het is niet erg druk. Er zijn een paar schoolklassen met luidruchtige docenten die de kinderen trachten te interesseren voor de beelden van Rodin.

De meeste aandacht gaat naar Le Penseur, de denker, een afgietsel in gips, die niets voor niets feestelijk verlicht in het midden van de grote zaal is opgesteld. Deze denker bestaat uit verschillende onderdelen, hetgeen goed te zien is aan de opvallende breuklijnen in armen, romp en benen.

Er zijn niet veel mogelijkheden om ergens te tekenen. Nergens een bankje. Wel zijn er 2 uitsparingen in de zijwanden, die op de goede hoogte een uitstekende lessenaar voor mijn cahier vormen. Zo kan ik staand de zijkant en het achterwerk van Le Penseur schetsen. Na een paar uur vind ik het welletjes. Op de terugweg naar huis koop ik een opvouwbaar krukje met telescooppootjes, dat ik bij een volgend bezoek mee kan brengen.
Rodin leren kennen is Rodin tekenen.

IMG_0704 2IMG_0706 2

Rodin oftewel: RODIN!

img_8471

Terug uit Amersfoort (Rik Wouters!) lopen we op zaterdag 26 november om kwart voor 5 het Groninger Museum binnen, maar een kwartier – het museum sluit om 5 uur – is echt te kort voor bezoek aan de expositie van beeldhouwer Auguste Rodin, zelfs voor een eerste blik. Die valt echter op een grote stapel boeken: de begeleidende cataligi. Die liggen al bij de ingang klaar. Een lijvig grijsgetint boek, groot formaat met veel tekst en foto-materiaal. Het  boek ziet er uitnodigend uit. Dit is een expositie van een beeldhouwer, een van de grootste uit de nabije geschiedenis nog wel, en als schilder heb ik nauwelijks meer dan een paar ogen en een eigen blik waarmee ik me moet redden. In Parijs heb ik zijn werk al eens gezien, in Musee d’Orsay, en we zijn ook wel eens op de stoep van Musee Rodin terecht gekomen,  maar op een of andere manier kwam het er niet van. Bovendien was ik daar voor het schilderwerk, de beelden waren meer ter figuratie, geen hoofdonderwerp.  Dus enige voorbereiding  is wel wenselijk. Met kennis van de achtergrond van de maker, van het proces en van de context  waarin het werk tot stand is gekomen ervaar je de expositie anders. Als je de biografie van de kunstenaar leest, bespiegelingen over zijn waarde voor de kunst en het gedoe eromheen en als je gelezen hebt waar je moet kijken en wat er toe doet dan zie je ook meer. Zodoende schaffen we het boek aan en zetten koers naar Cafe Mulder. Best wel een zwaar boek (wordt vervolgd).

20071002-riks6Op zaterdag 26 november ben ik met de trein en vrouwlief naar Amersfoort gereisd en weer terug. Het was mijn eerste bezoek aan Amersfoort. In Museum Flehite – een historisch gebouw aan de rand van het centrum – vindt de expositie Rik Wouters en Nederland plaats en wij gaan er heen. Het Flehite is een mooi klein museum in een mooie oude stad met internet, maar de internetverbinding ligt eruit waardoor onze museum- jaarkaarten niet gescand kunnen worden. Verwacht wordt dat dit een tijdelijk ongemak is. De dienstdoende dame vraagt ons bij vertrek onze kaarten alsnog te laten scannen, de bezoekerscijfers mogen er niet teveel onder lijden. Het leven van de kunst is tegenwordig al lastig genoeg in ons land. De kassa doet het wel en ontvangt de 2 keer 3 euro toeslag graag van ons. Een tijd waarin kunst gratis te bezichtigen is ligt alweer lang achter ons of is nog lang niet in zicht, het is om het even. Helaas vergeten we bij vertrek alsnog de scanning zodat de cijfers alweer niet kloppen met de werkelijkheid.

De expositie van de Belgische schilder, die ten tijde van de 1e Wereldoorlog noodgedwongen een paar jaar in Nederland verbleef, is klein maar fijn. Het lot dreef hem in 1914 als soldaat naar Kamp Zeist, als balling stierf hij aan kanker in 1916 in het Amsterdamse Prinsengrachtziekenhuis. Een veel te kort leven met een vreselijk einde, nog een wonder dat hij zoveel mooi werk nalaat. Hij heeft zijn moederland niet weer teruggezien. Zijn lief, Nel, tevens zijn muze gezien de grote hoeveelheid werken waarop zij is afgebeeld, overleeft hem vele jaren. Ze sterft in 1972, 85 jaar oud en heeft zijn artistieke nalatenschap al die resterende jaren na zijn dood in 1916 behartigd. Wouters heeft nog bij leven een expositie mogen houden in zowel het Rijksmuseum – in 1915  – en in het jaar daarop in het Stedelijk Museum, ook in Amsterdam. Eigenlijk wel opzienbarend, 2 exposities zo kort op elkaar in 2 musea die letterlijk naast elkaar huizen. Maar goed, het werk van Wouters dat nu in Flehite is te zien is het werk dat hij in de paar jaar tijdens zijn verblijf in Nederland heeft gemaakt. Het zijn merendeels (pen)tekeningen, aquarellen, beelden en enkele olieverfschilderijen. Het laat zijn kwaliteiten als kunstenaar ten volle zien, hij heeft een mooie losse hand van tekenen die hij laat spreken in de vele snelle schetsen van het dagelijks leven, waarinNel vaak een hoofdrol speelt. Zijn kleurgebruik is licht en zoet. Het is sensitief en kwestbaar. De schilderijen zijn heel schetsmatig, het doek is vaak nog zichtbaar door de verfstreken heen. Bijgaande teksten verhalen van gebrek aan geld en verf, hetgeen de mager geschilderde doeken treffend laten zien: er zit op enkele doeken amper verf. De beelden spreken me wat minder aan, hij was geen groot beeldhouwer. Jammer dat de werken van Wouters op de bovenetage van het Museum getoond worden, waarbij het licht te wensen overlaat. De te donkere ruimte heeft een te laag plafond en de spots die gericht zijn op de werken verspreiden een veel te direct licht. Soms moet ik van opzij kijken omdat ik letterlijk in het licht sta dat een schaduw op het werk werpt. Gelukkig is het er niet druk hoewel dat eigenlijk dus een slecht teken is. Wouters werk verdient een betere expositie en wat mij betreft zou het bij een volgende gelegenheid uitgebreid mogen worden met meer olieverfschilderijen.

 

%d bloggers liken dit: