Feeds:
Berichten
Reacties

In de eerste 4 weken van het 10e seizoen van de lessen in GeBau School voor Schilderkunst heb ik de cursisten meegenomen in een gefaseerd opzetten en uitwerken van een schilderij waarbij een combinatie van grafietstift en acrylverf wordt gebruikt. In een afwisseling van tekenen en schilderen heb ik laten zien hoe een beeld stapsgewijs wordt gecreeerd. Voor diegenen die deze serie deels of helemaal gemist hebben geef ik hierbij het proces weer.

Als voorbeeld dient een foto van Het Oude Dok in Lauwersoog. Een onderwerp waarvan ik eerder dit jaar een schilderij heb gemaakt volgens de hierna beschreven methode.
Hierbij zij opgemerkt dat ik onderstaand voorbeeld ter plekke (en face) heb gemaakt, een wezenlijk verschil met het werken naar foto.

IMG_8148

De werkwijze komt er kortgezegd op neer dat je afwisselend tekent en schildert.
Het materiaal dat je gebruikt is grafietstift en acrylverf.
Hierbij geef ik de volgende aanwijzingen en opmerkingen:

  • je begint met tekenen
  • je werkt van grof naar fijn, zowel tekenend als schilderend
  • je werkt steeds met het doel een compleet beeld te maken
  • schilderen gaat vanuit vlekken
  • per fase voeg je een kleur toe

Grafietstift is  – anders dan houtskool – enigzins vet. Hierdoor zal bij overschilderen met (waterverdunbare) acrylverf het grafiet deels uitgewassen worden en deels blijven ‘staan’. Dit is een voordeel aangezien zo een combinatie van tekening en schildering samen op kunnen trekken en beide in het eindresultaat zichtbaar zijn. Hoe vetter de grafietstift hoe meer er blijft staan (niet uitgewassen wordt).

In deze lessencyclus zijn de gebruikte materialen en  kleuren:

  • grafietstift: Comte a Paris 2B
  • acrylverf: okergeel, kobalt blauw, gebrande sienna, titaan wit (Amsterdam serie achtereenvolgens nr.227, 512, 411, 105)
  • schilderpapier 240 grs/ 45×65 cm
  • varkensharen penselen diverse maten

Je begint met het tekenen van de grote partijen en schildert daarna met okergeel alle verschillende vlakken in. Het grafiet laat zich deels uitwassen en verspreidt zich over je beeld. Na droging ga je verder met tekenen, er komen meer details. Je voegt bij het schilderen een kleur toe, in dit geval kobalt blauw. Door met wit te mengen ontstaat een meer dekkende verf. Je zorgt ervoor dat er steeds een compleet beeld ontstaat. Daarmee bedoel ik dat er evenwicht ontstaat, oftewel elk deel in je schilderij is even ver in ontwikkeling. In de derde fase voeg je gebrande sienna toe. Elke keer zorgt vermenging van de kleuren voor een tonaal resultaat.  In het tekenen werk je van grote lijnen naar meer verfijning en naarmate de tijd verstrijkt teken je meer details. De verf zorgt voor sfeer en ruimte, het tekenen  zorgt voor de vormen. Door per keer een kleur toe te voegen wordt het beeld steeds rijker. Wees niet bang, kleuren gaan graag combinaties met elkaar aan. Het grafiet zorgt daarbij voor de scherpte, de pit in het werk. Een mooie samenwerking is het resultaat.

Hieronder de verschillende fases in beeld. In de afgelopen 4 weken is er door mij steeds 4 beelden gemaakt in even zovele groepen cursisten. En hoewel erg vergelijkbaar levert elk beeld een ander resultaat.

img_8183

img_8234

img_8251

img_8296

 

Afgelopen zondag lagen we met het schip – de Senta – in de vissershaven van Lauwersoog recht tegenover het oude dok. Vorig jaar lagen we hier ook, het was toen op Koningsdag (27 april), ook een soort zondag want net als nu was het stil in de haven. Om ons heen de verlaten kleurige kotters. Het stonk er naar vis. De geschiedenis wil dat de vissers in de kerk zaten. Bidden voor een behouden vaart en een goede vangst. Tegenwoordig met bijvangst want die mag van Europa niet meer overboord. Het was een warme nevelige dag.
Vorig jaar toen we hier onder vergelijkbare omstandigheden lagen was het een stuk zonniger. Bovendien lag er een schip in het dok. Toen heb ik een snelle aquarelschets gemaakt.

Nu was het dok leeg en het lekte er onophoudelijk water getuige een pomp die de stilte verdreef.

Het dok heeft voldoende dienstjaren achter de rug en wordt binnenkort door sloper van Simmeren uit elkaar gehaald. Er komt geen vervanging. Einde dok.

Hierbij mijn ode aan deze hoop oud ijzer.IMG_8148

Acryl en vet krijt op papier 45×65 cm

Loowoldborg

Voorpret.

Afgelopen zaterdag 2 juli opende de kunstmanifestatie INTO NATURE (www.intonature.net) in Taarlo met het hoorspel Loowoldborg om 19:30 uur. Ik mocht als gast-speler deel uit maken van E-POI. Hier het gezelschap op bezoek ter inspectie van de speellocatie. Het was er wat drassig in Taarlo en erg warm was het ook al niet. Maar het pakte goed uit. We hebben een mooie set gespeeld voor een “volle zaal”, dat waren naar schatting zo’n 65 a 70 toeschouwers. Na afloop borrelen in Restaurant van Tarel. Mooi. Een fijne dag, inclusief voorpret

Toespraak tijdens de Pinksterdienst in de Rolderkerk op 15 mei 2016.

Na de preek van Hans die gaat over ontaal (Trump-taal) ben ik aan de beurt. Ik spreek de goegemeente toe over het kunstwerk “De Geheime Code – Het oog van God” dat ik speciaal voor deze gelegenheid heb gemaakt. De kerk zit vol, een aangename verassing.

Dan nu de tekst:

” Iedere 2 jaar wordt het Feest van de Geest gehouden. Het is een landelijk evenement waarbij tijdens de Pinksterdagen kunstenaars uitgenodigd worden in de kerk een kunstwerk te maken naar aanleiding van een thema en de architectuur van de kerk. Het is dit jaar de 8e keer en er doen 110 kerken en 140 kunstenaars mee. De idee is elkaar te inspireren tot vernieuwing en een aanzet te zijn tot verbreding van kerkgebruik. Door kunst ga je anders kijken. Anders naar jezelf en naar je omgeving.

Dit jaar doet de Jakobuskerk voor het eerst mee en ik smaak het genoegen de aftrap te mogen verzorgen. Het thema is dit jaar Vrijheid van Geest, Geest met een grote of een kleine letter G, dat staat nog te bezien.

Aanvankelijk had ik geen idee wat te maken. Dat gaat vaak zo, de ideeen moeten nog geboren worden. Ik ben nog blanco en geef me over aan de opdracht. Ik ga op zoek naar inspiratie. Er is een kerk en er zijn mensen nauw verweven met die kerk. In gesprekken met Hans, de dominee en mijn oom, Andre Kamsma, die het nodige geschreven heeft over deze kerk, ontstaat langzaam een vaag plan.

Door het maken van werktekeningen die vooral in mijn eigen atelier ontstaan krijgt het kunstwerk zijn vorm en uiteindelijk is het in idee in mijn hoofd klaar. Het hoeft alleen nog maar gemaakt te worden. Dan komt het erop aan want dan moet je het laten zien. Dat is elke keer weer een spannend moment.

De werktekeningen zijn hier achter te zien, ze zijn geen onderdeel van het kunstwerk zelf maar ook weer wel want voor de beschouwer geven ze inzicht in mijn manier van werken. Het is de kleine g geinspireerd door de grote G.

Ik heb een spiraalvorm van bakstenen gebouwd die uitmondt in een zwarte kom gevuld met water. Daar achter een drieluik op de plaats waar oorspronkelijk het altaar stond. Hoewel ik van het laatste niet zeker ben, immers het koor is hier in verhouding erg groot, maar normaal gesproken is dat wel de plaats van het altaar in een kerk.

Het mooiste compliment dat ik kreeg was van een dame die dacht dat de spiraalvorm een vast onderdeel van de kerk was. Ik heb haar moeten teleurstellen. Een andere bezoeker, die de spiraalvorm als de gulden snede herkende en het zag als een dwingend principe vond het weinig van Vrijheid van geest getuigen, met de kleine g in dit geval.

Sinds mensen heugenis proberen we vat te krijgen op het universum, de natuur, ons lichaam en op de mysteriën van het bestaan. We doen dit door vergelijkingen te maken: iets is meer of minder, dichtbij of ver weg, groter of kleiner dan iets anders. Verder blijkt dat bepaalde vormen in de natuur steeds terugkomen, dat er ritmes bestaan en dat er een zeker algemeen principe lijkt te zijn in de dingen om ons heen.

Het binnenste van ons oor lijkt verdacht veel op dat van het huis van een slak, alle kathedralen passen het symmetrisch principe toe, de noten van de toonladder klinken pas zuiver wanneer hun onderlinge afstand gelijk is, rood kan niet zonder geel of blauw, er is geen licht zonder donker en wat is schoonheid als er geen lelijkheid is? Het water dat door een putje wegloopt heeft dezelfde spiraalvorm als de rangschikking van de blaadjes van een roos en zo kan ik nog wel even doorgaan.
In de kunst, de architectuur, muziek, in ons leven draait het steeds om evenwicht en harmonie.

Door de eeuwen heen hebben wetenschappers deze verbanden en vergelijkingen onderzocht . De oude Grieken ontdekten dat er een universeel principe is in de verhouding van het geheel tot de delen. En dat daarin een ideale verhouding moet zijn, die in alles doordrongen is, een soort geheime code.
De Griekse wetenschapper Euclides vond deze in de verhouding van 2 lijnstukken waarbij de relatie tussen het geheel met het grootste lijnstuk dezelfde is als de relatie tussen de onderlinge lijnstukken. Deze wiskundige formule bleek van toepassing op tal van fenomenen. Het bleek het universele principe van de perfecte verhouding te zijn en het kreeg verschillende namen waaronder: de gulden snede en het oog van god. Het is overal, van het DNA tot de kosmos, het is het geheim van ons bestaan en van onze omringende wereld. Het is de creatie van God, de grote G.
Bovendien kon het gebruikt gaan worden in allerlei disciplines, waaronder die van het bouwen van kerken en het maken van schilderijen.IMG_7730

De spiraalvorm is de gulden snede, de perfecte spiraal die ontstaat uit de perfecte verhouding van de delen tot het geheel. Daarbij 3 schilderijen die hetzelfde onderwerp hebben, het Evertsbos in Anloo, de drie-eenheid getoond in 3 seizoenen. Deze werken laten in compositie de toepassing van de gulden snede in de schilderkunst zien. De spiraal eindigt in een kom met water waarin wij onszelf en onze omgeving gespiegeld kunnen zien. De grote en de kleine g ineen”.

 

 

EXPO FvdG2016

Kunst. Wat is het.
Sinds je erop kunt bezuinigen zal het wel iets met geld te maken hebben. Tegen een journalist die er mij eens naar vroeg antwoorde ik dat als er iemand is die kan zeggen of iets kunst is dat dan de maker zelf is, de kunstenaar dus.  Ik geloof niet dat je daar wat aan hebt. Ik word er in ieder geval niet anders van (en ook niet rijk, noch arm). De benaming kunst heeft in het openbare leven – lees: de krant, het boek, de tv, de radio, het gesprek – alleen zin als het iets is dat anderen  kunnen waarnemen en beoordelen. Het is mooi of lelijk of het is niets. Het is in ieder geval niet goedkoop, maar ook niet duur. Maar als het meezit komt het kunstwerk terecht in een museum of in de galerie, kunsthandel en dan gaat het opeens over geld.

Nou ja. Zonder inkomsten geen uitgaven. Dus….

Van Gogh. Vincent.
Al weer een tijdje geleden was ik eens met mijn vrouw op museumbezoek in Amsterdam. Het was in 2013. Of in 2014 – kan ook, dat weet ik niet meer, maar dat doet er niet toe, het doet niets af aan het verhaal.
In de Hermitage, dat prachtige gerestaureerde voormalige armentehuis aan de Amstel, bezochten we de Impressionisten-tentoonstelling. We bekeken een hoeveelheid speciaal ingevlogen schilderijen uit de moedercollectie van de Hermitage in Sint Petersburg. Mooi werk. In de Hermitage in Amsterdam was toen een deel van de collectie van Vincent van Gogh ondergebracht. Dit vanwege de verbouwing van het Van Gogh Museum dat om die reden tijdelijk gesloten was. Inmiddels is het weer open overigens.

Even tussendoor: op dit moment is er de expositie Van Gogh-Munch (Vincent & Edvard. Twee bizondere levens). Sinds de musea geacht worden hun eigen broek op te houden is het zaak dat er zoveel mogelijk betalende bezoekers komen. Ook musea ontkomen niet aan de ziekte van deze tijd: het marktmechanisme. Vandaar de tsunami aan promotiemiddelen die worden ingezet door de organisatie om maar voldoende betalende bezoekers langs de kassa’s te leiden zodat ze uit de kosten komen. Iedereen moet er heen. Ik ben een groot Munch-liefhebber maar ik ga niet. Dat is geen uiting van protest maar een kwestie van zelf bescherming: ik ga naar een museum om kunstwerken te kunnen bekijken, niet om in een zogenaamd tijdslot in een meute door de zalen te worden gedreven. Jammer (in een van de volgende blogs kom ik hier op terug). 

Na het bezoek aan de Hermitage zijn we per tram naar het museumplein gereisd om aldaar het net geopende vernieuwde Stedelijk Museum – de Badkuip – met een bezoek te vereren. Mooi geworden. In onze wandeling passeerden we een Bruna achtige kiosk op het Museumplein. Hiervoor was een meterslange rij toeristen te zien, die prijzige toegangskaarten aanschaften voor de Van Gogh tentoonstelling, die dus niet om de hoek maar in de Hermitage was, een flink eind verderop. Als makke schapen werden ze door de touroperator bijeen gedreven.  Na de inname van de kaartjes ging het in een lange rij via een speciaal voor de gelegenheid uitgezette wandelroute met rode lintjes naar het gebouw aan de Amstel. Aldaar was ter ere van al dit bezoek een extra winkel ingericht met Vincent van Gogh – produkten. Behalve boeken en kaarten vooral veel servetten, mokken, kalenders, opschrijfboekjes, pennen, potloden, gummetjes, agenda’s, sjaaltjes, lepeltjes, stropdassen, postertjes in lijstjes, onderzetters, theepotten, ondergoed, glaswerk, kussenslopen, wandelstokken, paraplu’s, spiegeltjes en kraaltjes.

Hoeveel gekker moet het nog worden?

Wat is een kunstenaar. Volgens de mores (dikke van dale, wikipedia enz)  is een kunstenaar iemand die kunstwerken maakt en daar geld mee verdient. Het is een beroep. Misschien een roeping, misschien een hobby, maar in een aantal gevallen is het een beroep. Als je ervan wilt leven moet je wel af en toe wat verkopen anders houdt het op, dan wordt het een hobby. Iets erbij. In nederland kan nog geen 10% van de kunstenaars “ervan leven”.

Was Vincent van Gogh kunstenaar?

Zeker. Maar hij verkocht nooit wat. In ieder geval niet tijdens zijn leven. Daarna des te meer. Dat was vooral dankzij zijn nazaten en vervolgens de markt. Vincent van Gogh was bij leven geen verkopende kunstenaar, simpelweg omdat hij nooit een schilderij of tekening wist te verkopen. Niemand wou ze kopen. Terwijl er in die tijd ook al flink wat omzet in de kunsthandel werd gemaakt, vraag het Jozef Israels of  John Wiliam Waterhouse maar eens. Zijn broer Theo hield hem de hand boven het hoofd. Want een bijbaantje zat er niet in.

Vincent van Gogh was een doorgeslagen aan ADHD lijdende psychopaat, die zichzelf van het leven beroofde en zelden gelukkig was met zijn leven. Een man die zou en moest succesvol kunstenaar worden. Uiteindelijk is het gelukt. In 10 jaar tijd produceerde hij meer werk dan Edvard Munch gedurende zijn hele leven (80 jaar). En hij schreef alles op. Daarom weten we ook zoveel van hem. En de rest bedenken we erbij.

Vincent wilde eerst graag dominee worden. Hij heeft eens in Engeland het kerkvolk de stuipen op het lijf gejaagd toen hij als inval-dominee vanaf de kansel God en vaderland beledigde. Zijn vader schaamde zich de ogen uit zijn kop. Eenmaal afgeserveerd heeft hij een poosje in een galerie gewerkt, eerst in Den Haag daarna in Antwerpen. Toen dat ook geen succes werd deed hij vervolgens zijn uiterste best als kunstschilder aan de bak te komen. Zijn passie voor de kunst was groot, te groot. Uit compassie en omdat je dat van je familie mag verwachten werd hij onderhouden door zijn broer Theo. Bij leven en welzijn heeft hij echter geen tekening of schilderij weten te verkopen. Ondertussen maakte hij wel veel ruzie met vakgenoten en famiie. Vandaag de dag kun je het wel schudden met zo’n houding. Je wordt met de beste wil van de wereld geen gerespecteerd kunstenaar.

Maar moet je nu eens zien. Monster bedragen in de kunsthandel, massa’s boeken en publicaties, een gigantische hoop van gogh-gadgets, – apps, replica’s,  zelfs een apart museum, met rijen voor de kassa, een bijna -heilig verklaring. Wij hebben van hem een kunstenaar gemaakt. Met succes. Van Gogh is geen kunstenaar maar een merk.

En dat is ook een hele kunst.

From Litouwen (80x120cm)

De Tapuit (70x100cm)

In 2013 had ik mijn eerste Duitse expositie in Galerie Lindern. Er werden toen 46 olieverfschilderijen door mij geëxposeerd, samen met beelden van Sietske Miedema. Het werd een groot succes en dat smaakt naar meer. Temeer daar kunstenaars in het Duitse over het algemeen iets hoger staan aangeschreven dan hier, tenzij je beroemd bent natuurlijk.

Dit jaar exposeer ik opnieuw in Lindern, als deelnemer aan een groepsexpositie met kunstenaars uit Duitsland, Nederland en Polen. Afgelopen zaterdag waren we op bezoek bij Volkmar in Lindern. Volkmar is de grote kunstanimator in de regio en ik heb hem 6 nieuwe olieverfschilderijen gebracht. Ik vertegenwoordig samen met Paul Veenstra de Nederlandse inbreng.

Waterland 3 (70×90 cm)

Remember Ekely (70x90cm)

In Lindern zijn er om de 4 jaar “Die Kulturwochen”. Dan komen er 4 geselecteerde beeldhouwers 2 weken “in residence”. Ze krijgen materiaal uit de omgeving (hout, steen, metaal enz) en maken in de openbare ruimte grote werken die daarna ergens in dit dorp of in het speciaal daarvoor aangelegde park een plaatsje krijgen. Dit jaar is het thema “Feuer – Wasser – Erde – Luft”. Naast de beeldenmakerij vinden er allerlei andere culturele activiteiten plaats varierend van een internationaal symposium – het zal gaan over leven met de elementen – , verschillende exposities, muziek concerten en workshops. Het is al de 9e keer dat dit 2 wekelijks evenement plaats vindt en er zijn dus inmiddels al heel wat mooie beelden in Lindern te zien.  Op de expositie zijn tal van schilderijen, beelden, tekeningen, grafiek en foto’s te zien van gerenommeerde kunstenaars. Op vrijdag 12 juni wordt de opening verricht door de Bundesminister von Kunst Frau Gitta Conneman in het gemeentehuis. Op 14 juni is er om 11:30 uur een 2e opening waar de beeldhouwers en andere kunstenaars worden gepresenteerd. Ik ben bij beide aanwezig en hoop op vrijdag de hand van Frau Conneman te mogen schudden wanneer ze even stil houdt voor 1 van mijn schilderijen (hoop ik). Volkmar heeft mij gevraagd op de 1 na  laatste dag – zaterdag 27 juni – een workshop Landschaftmalerei te geven.

En de smeltende sneeuw (30×30 cm)

Stel je wilt komen kijken: Lindern ligt iets ten westen va Cloppenburg, uurtje met de auto. De expositie is in de school en is dagelijks vrij toegankelijk van 13 – 28 juni 2015.

Op deze pagina alvast een preview van het vertoonde werk.

Lanjouws Pad 2 (24x40cm)

Lanjouws Pad 2 (24x40cm)

Op verzoek van de werkgroep Historisch Anloo ben ik gevraagd samen met een aantal cursisten de omgeving van de Magnuskerk vanaf de kerk vast te leggen op het doek. Van de kerk zelf zijn in de afgelopen eeuwen honderden tekeningen en schilderijen gemaakt maar van het landschap bezien vanaf de kerk is nauwelijks iets terug te vinden. In het kader van het op 12 juni startend programma Rondom Magnus worden de zichtlijnen vanaf de kerk, het panorama in schilderijen verbeeld.

Ik heb de afgelopen weken 2 sessies georganiseerd met een kleine groep enthousiastelingen die het meest koude winderige weer wel wilden trotseren. Daarnaast ben ik een keertje in mijn eentje een middag wezen schilderen. Tijdens de 2e schilderdag heeft RTV Drenthe een alleraardigste filmreportage gemaakt : ‘Magnuskerk Anloo en omgeving in de verf’  nog steeds te bekijken in YouTube (http://www.youtube.com/watch?v=VZflswv3JCw).
Ook zijn er foto’s gemaakt die geplaatst zijn en worden op de site van Historisch Anloo.
De schilderijen worden gedurende de actieperiode geexposeerd in Galerie Musch, Annerweg 1, Anloo.

In Anloo wordt dit jaar aandacht besteed aan de plaats en de betekenis van de Magnuskerk in het landschap door de eeuwen heen. Onder de noemer Rondom Magnus wordt er door middel van kunstwerken, voorwerpen en verhalen een beeld gevormd van de betekenis van de Magnuskerk door de jaren heen. Een deel van het programma is het Panorama Mesdag, schilderijen die het huidige landschap vanaf de kerk verbeelden.

Koor Magnuskerk

Op vrijdag 12 juni 2015 wordt een symposium gehouden in de Magnuskerk, waarbij diverse sprekers waaronder professor dr. Theo Spek (RUG) en professor dr. JCA Koen, (Universiteit Leiden,) hun licht zullen laten schijnen over de relatie tussen architectuur en landschap door de eeuwen heen. Het symposium, dat wordt georganiseerd in samenwerking met het Drents Landschap en de Stichting Oude Drentsche Kerken, begint om 10.00 uur en wordt afgesloten met een lunch in de Homanshof in Anloo rond 13.00 uur. Als aandenken aan het symposium ontvangt elke deelnemer het boekje Rondom Magnus: een beschrijving van de speciale wandelroute rond het dorp, met tientallen foto’s van schilderijen en tekeningen die in het verleden gemaakt zijn van de Magnuskerk. Na Daarna is er gelegenheid om de wandelroute “Rondom Magnus” te lopen en al wandelende de relatie tussen architectuur en landschap, en vooral de verandering daarvan in de tijd, te ervaren. Tijdens deze wandeling wordt Galerie Musch aangedaan, dit is tevens de opening van de expositie. Daarna is de expositie gratis toegankelijk  elke zaterdag en zondag van 13 juni t/m 5 juli van 12:00-17:00 uur.

Inschrijven voor het symposium kan tot 1 juni via het mailadres : historischanloo@gmail.com van de Vereniging Historisch Anloo. Hier is ook meer informatie te verkrijgen over Rondom Magnus.

Ik ben aanwezig met de volgende speciaal voor dit project gemaakte olieverfschilderijen

Hoek Esweg-Kerkbrink Anloo / olieverf op linnen / 50×60 cm

De Brink Anloo / olieverf op linnen / 40×50 cm

Schipborgerwerg Anloo / olieverf linnen /30×40 cm

 

 

Dumas of Breitner

Afgelopen zaterdag heb ik in Amsterdam 2 exposities bezocht. Allereerst die van Marlene Dumas in het Stedelijk Museum en daarna het werk van George Hendrik Breitner in het Stadsarchief aan de Vijzelstraat.

Marlene Dumas is een gelouterde himagesedendaagse kunstenares uit Zuid-Afrika die woont en werkt in Amsterdam. Haar thema’s zijn o.a. liefde, dood, kwetsbaarheid, erotiek en schaamte. Ze gebruikt actuele foto’s uit kranten en tijdschriften en schildert die na in inkt of olieverf. Het doel is de foto te vertalen in een beeld waarbij wij er met onze persoonlijke aannames en vooronderstellingen een eigen draai aan kunnen geven. De expositie in het Stedelijk Museum heeft als titel The Image as Burden, de afbeelding als last. Er zijn enkele honderden afbeeldingen te zien, bijna allemaal portretten.

 

breitnerGeorge Hendrik Breitner is een Amsterdamse schilder die leefde van 1857 tot 1923. De expositie in het prachtige gebouw aan de Vijzelstraat laat zowel tekeningen als schilderijen zien die de stad als onderwerp hebben. Ook zijn er vele schetsboekjes en foto’s te zien. De expositie geeft een indruk van de manier van werken van Breitner, die vooral bezig was een impressie te schilderen van zijn stad en haar bewoners.

Over de expositie van Dumas hebben de kranten en tijdschriften volgestaan en ook op radio en tv was er ruimschoots aandacht voor haar met interviews en documentaires. De uitstalling van Breitner is slechts terzijde genoemd en als Wiebe mij er niet op geattendeerd had had ik het niet geweten.

Boven dit stukje staat Dumas of Breitner. Deze vraag kwam bij me op toen ik na afloop in Cafe P.King op de Heregracht – genietend van een bier en borrelhap – de genoten exposities met mijn metgezellen besprak. Inzet was het oordeel: wat vonden we ervan. Er ontspon zich een gesprek waarin woorden als kunst, geld, techniek, kruiwagen, pr en nog meer in voor kwamen.

Dumas viel tegen. Zowel in de pers als in de begeleidende teksten van het museum was het bij voorbaat al een en al lof. Deze expositie was een doorbraak, een groots overzicht van 40 jaar werk. Dumas zou met haar nieuwe wijze van benadering ons de ogen openen en bovendien had ze haar sporen al lang verdiend met vele prijzen, een expositie in New York en nog verder. Onlangs was er nog de veiling bij Christies in Londen van dat doek met die 4 jonge mannen dat voor ca 1 miljoen was afgehamerd. Dus dit moest wel goed zijn, komt dat zien! Nou, het viel dus tegen. Er was een overvloed aan werk te zien maar bijna niets van dat alles vond ik goed genoeg. Het was vooral veel en het leek wel of ik bij een werkbespreking op de kunstacademie terecht was gekomen. Veel snel gemaakte portretten op doek of op papier, met inkt of een beetje dunne olieverf, niet teveel kleur en vooral allemaal snel en gehaast gemaakt. Het oogde flets. Het waren vooral schetsen, ideeën tot, en vaak ontbrak de overtuiging, de energie, vibratie of tinteling. De verbeelding van foto’s tot nieuwe, deels ongemakkelijke beelden die ons aan het denken zouden moeten zetten bleek niet te werken. Het oogde allemaal nogal onbeholpen, maar misschien was dat de bedoeling wel….

Dan Breitner. Breitner heeft op verschillende plekken in de stad gewoond en gewerkt en die stad was dan ook het onderwerp van de expositie in het Gemeentelijk Stadsarchief. Er was niet al teveel ruchtbaarheid aan gegeven, of het was wel geprobeerd maar door het geweld van de grote musea onopgemerkt gebleven door de landelijke pers. Qua thematiek was het dan in vergelijking misschien wat oubollig met al die straatjes,  steegjes, pleintjes, bootjes en bruggetjes uit lang vervlogen tijden, maar hier was wel een goeie schilder aan het werk geweest. De vele schetsen en zelfgemaakte foto’s (nog vrij uniek voor die tijd) gaven een goed beeld van ’s mans werkwijze. Bij bijna elk schilderij werd een foto en een getekende schets als voorbereidend werk getoond. Breitner was een virtuoos tekenaar en schilder, een groot impressionist en verbeelder van zijn stad. In zijn werk werd de plaatselijke situatie vastgelegd, bij voorkeur in regenachtig weer. Er zijn weinig werken met zonlicht te zien en hij gebruikte vooral veel donkere kleuren met hier en daar een high-light, waardoor zijn werk een intieme sfeer krijgt. De losse toets zorgde voor een zekere vluchtigheid, echter op een hele andere manier dan het haastig geschilderde werk van Dumas. De expositie van Breitner was misschien niet heel bijzonder en zeker niet vernieuwend, maar het was wel mooi en inspirerend.

Breitner werd tijdens zijn leven al een bekende tekenaar en schilder en tot de dag van vandaag is hij dat gebleven. Ik moet dat van Dumas nog zien.

Rothko in Den Haag

Rothko-Mural

Afgelopen zaterdag ben ik met de trein naar Den Haag gereisd om daar in het Gemeentemuseum de schilderijen van Mark Rothko te bekijken. Of moet ik zeggen: te ondergaan? Het was de 1e dag van deze belangrijke expositie, want de kranten stonden er vol van. Erg druk was het er niet. Mark Rothko geniet grote bekendheid door zijn grote doeken met kleurvlakken met rafelrandjes. Er staat niks op behalve een kleur waarvan vele ook nog donker. Je kunt er van alles in zien als je tenminste bereid bent er een tijdje naar te kijken. En een tijdje is langer dan de 9 seconden die een museumbezoeker gemiddeld naar een schilderij kijkt (dit heb ik ergens gelezen). De expositie toonde ook het vroege werk, het voorwerk, maar dat is meest rommel, ik heb me bijna uitsluitend aan zijn grote beroemde gekleurde doeken overgeleverd. Er waren genoeg bankjes om er even bij te gaan zitten. Af en toe liep ik even rond en keek ook in andere zaaltjes. De schilderijen hingen met elkaar op zaal maar er waren ook enkele in wat kleinere zijzaaltjes die solo werden geëxposeerd. Die hadden mijn voorkeur, vaak zat je er even alleen. De meeste doeken waren laag opgehangen, in gedempt licht.

Er is niks leuk aan de schilderijen van Rothko, veel hebben sombere bruin- en geeltinten en als er al felle kleuren worden gebruikt waren dat geen kleuren van vreugde. Het schijnt  zo te zijn dat het Rothko niet om de kleur ging en het was al helemaal niet de bedoeling dat het mooi zou worden. Het is niet het soort schilderij wat ik zelf zou maken. Want het zal mij niet meevallen grote doeken in verschillende lagen verf op te zetten zonder er een vorm of richting in te werken.

Ik heb het werk ondergaan en het deed me wel iets. Dat kwam natuurlijk vooral door mij zelf, door mijn eigen gevoelens, mijn gedachten (vooral spinsels) en de signalen uit mijn lijf die nu een kans kregen door te dringen in mijn bewustzijn. Eigenlijk is het een soort meditatie voor zo’n doek te gaan zitten. In Houston (USA) is zelfs een Rothko Kapel, opgericht in 1971 na Rothko’s zelfgekozen dood in 1970. De “lege” doeken waarin elke vormelijke aanwijzing ontbreekt zijn een confrontatie met jezelf: waar zit ik nu eigenlijk naar te kijken?  Bij sommige mensen werken de doeken kennelijk zo confronterend dat ze in huilen uitbarsten. Ik heb het droog kunnen houden zaterdag, maar er werd niet gelachen bij Rothko.  

rothko-chapel1rothko